Categorie archief: Literatuur

Naar Amerikaans voorbeeld (3)

Vriend, Naoorlogse kleine landhuizen, 1956

J.J. Vriend, Na-oorlogse kleine landhuizen in Nederland (2e druk, 1956)

De eerste druk van Na-oorlogse kleine landhuizen verschijnt in 1954. Het boek is een opsomming van voorbeelden van moderne landhuisbouw in Nederland en toont naast ‘klassieke’ verdiepinghuizen, ook talloze bungalowontwerpen. In de tweede druk is de oorspronkelijke tekst onveranderd gebleven, maar zijn sommige voorbeelden “om hun uitgesproken romantisch karakter” weggelaten. Het huis is een gebruiksvoorwerp, aldus Vriend hierover. Grote glasramen in elk vertrek zijn oplossingen die weliswaar in het milde klimaat van Californië begrijpelijk en verantwoord zijn, maar die misplaatst zijn in ons Nederlandse klimaat.

Populariteit van de bungalow

De na de oorlog gebouwde landhuizen verschillen in vele opzichten van de vooroorlogse. De sterk gestegen bouwkosten en het nog steeds toenemende gebrek aan huispersoneel hebben ertoe geleid, dat in de laatste jaren voornamelijk landhuizen van bescheiden omvang zijn verrezen, waarvan vele van het ‘bungalow-type’.
De voorkeur voor de bungalow is waarschijnlijk mede te danken aan de stroom van buitenlandse illustraties op dit gebied, vooral uit Amerika.  De Amerikaanse voorbeelden tonen ons een andere visie op wonen. Bevrijd wonen. Wonen op de begane grond in nauw contact met de natuur, een open plattegrond waarbij een vrije groepering van vertrekken mogelijk is, en die dus rekening houdt met individuele behoeften en voorkeuren.
Een eerlijke architectuur die kiest voor simpele vormen en vlakke gevels zonder ‘opgeplakte’, historiserende ornamenten. Architectuur die speelt met een afwisseling van materialen, van hout en steen, van ruwe en gladde oppervlakken. Verrassende details, bouwvolumes die in hoogte of zijdelings van elkaar verspringen. Eerlijkheid ook in het interieur: hout dat ‘puur’ wordt toegepast, waar mogelijk onbewerkt of onbeschilderd.
De bungalow spreekt in de naoorlogse jaren tot de verbeelding, toont een andere, betere? wereld dan de dagelijkse realiteit van oorlogschade, schaarste en woningnood.

Vriend spreekt van een bevrijdende invloed die de moderne Amerikaanse landhuisbouw in vele opzichten heeft: er is een grotere vrijheid in de groepering van de vertrekken, alle vertrekken kunnen direct met de tuin in verbinding worden gebracht en de intimiteit met een mooie omgeving wordt door het lage huis meer versterkt dan bij de verdiepingbouw. ‘Eerlijkheid’, ‘doelmatigheid’ en een ‘nieuwe kijk op wonen’ bepalen de verschijningsvorm van de bungalow.

Bron: J.J. Vriend, Na-oorlogse kleine landhuizen in Nederland (2e druk, 1956)

Naar Amerikaans voorbeeld (2)

Binnenhuisarchitect en publicist Paul Bromberg(1893-1949) bestudeerde in opdracht van de Nederlandse regering tussen 1940 en 1945 de systeembouw in de Verenigde Staten. Met zijn boek  Amerikaanse Architectuur (1946), dat een verslag is van zijn reis door onder meer New York en Californië, heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de verspreiding van kennis over de nieuwe Amerikaanse ontwikkelingen. Over de moderne architectuur in de VS is hij overwegend positief, kenmerkend voor de meeste Nederlandse publicaties over de architectuur in de VS.
Hoewel de bungalow als specifiek woningtype niet in het boek voorkomt – althans niet als zodanig benoemd – zijn de voorbeelden die hij noemt sterk verbonden met de architectuur van de bungalow. De open plattegrond, de relatie met de omgeving en het gebruik van natuurlijke bouwmaterialen zijn zonder uitzondering belangrijke kenmerken van de door hem besproken en bewonderde voorbeelden.

 

 

 


Naar Amerikaans voorbeeld (1)

vriend-j-j-nieuwere-architectuur-1957

Vriend, J.J. Nieuwere architectuur. De ontwikkeling der architectuur van 1800 tot heden. Bussum 1957

In 1957 schrijft architect en publicist J.J. Vriend in Nieuwere Architectuur. De ontwikkeling der architectuur van 1800 tot heden (Bussum, 1957), het volgende over de opkomst van ‘het bungalow-type’:

“Na de tweede wereldoorlog is in Nederland vooral een sterke invloed merkbaar van de Amerikaanse landhuisbouw, o.a. van Marcel Breuer en Richard J. Neutra. De soepele open plattegronden van deze landhuizen – waarbij men uiteraard evenzeer moet denken aan de invloeden van Frank Lloyd Wright’s werk – zijn in de meeste gevallen van een vrij luxueus karakter, niet in de zin van protserig uiterlijk vertoon, maar door de toepassing van velerlei vormen van woongenot, waaraan het Amerikaanse leven zo rijk is. Misschien zou men een vergelijking kunnen maken met de ‘nieuw zakelijke’ ontwerpen, nu in een luxe editie uitgevoerd. Men maakt daarbij veelvuldig gebruik van inheemse materialen en een geraffineerde contrastwerking tussen natuurlijke en kunstmatige bouwstoffen, b.v. natuursteenblokken tegenover blinkend spiegelglas.

Santa Barbara (Californië), arch. R.J. Neutra, ca.1950

Santa Barbara (Californië), arch. R.J. Neutra, ca.1950

Meestal gebouwd volgens het bungalow-type, dus met één verdieping, en in goede harmonie gebracht met de omringende natuur, heeft deze landhuisbouw een ongewone frisheid en originaliteit waaruit de grote invloed is te verklaren.”

Verder lezen

Bungalows, Walter Betting en J.J. Vriend, Amsterdam 1958

W. Betting en J.J. Vriend, Bungalows, Amsterdam 1958

W. Betting en J.J. Vriend, Bungalows, Amsterdam 1958

In 1958 verschijnt in Nederland de eerste, geheel aan bungalows gewijde publicatie. In Bungalows  wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken in de naoorlogse bungalowbouw in Duitsland, Engeland, Italië, Nederland, België en Denemarken. Met de getoonde voorbeelden willen de auteurs de dan onder architecten en hun opdrachtgevers, zeer moderne en populaire vormentaal van de Amerikaanse bungalows, vertalen naar de West-Europese situatie. De grondgedachte van de bungalow: vrijheid, comfort en contact met de natuur, blijft overeind, maar dan aangepast aan ons (koudere) klimaat en nationale tradities.